Voor het eerst in de lange geschiedenis van de WK wielrennen was er een kampioenschap in het Midden-Oosten. In 2012 besloot de UCI onder leiding van Pat McQuaid dat het wel eens tijd werd om een keertje te gaan fietsen in de woestijn van Qatar. Het gezeik begon direct.
Dat gezeik is eigenlijk niet meer opgehouden. De over het algemeen vastgeroeste wielerwereld zag een WK in Qatar helemaal niet zitten. Er zou in het land helemaal geen wielercultuur heersen, het zou te heet worden en de UCI zou het alleen maar om de centen te doen zijn.
Om met het laatste te beginnen. Is dat erg? Nee. De UCI kan niet tot de rijkste internationale sportbonden ter wereld worden gerekend. Het geld klotst in Aigle allerminst tegen de plinten. Dat de UCI een keer wilde cashen, kan ze niet kwalijk worden genomen. Dat een paar rijke oliesjeiks 12 miljoen euro op tafel wilde leggen om ’s werelds beste wielrenners te zien strijden om een regenboogtruitje? Gauw van profiteren! Dat bedrag is namelijk drie tot vier keer groter dan dat een ‘normaal’ organiserend comité op tafel weet te leggen.
Wat wel een beetje zonde is, is dat Brian Cookson afgelopen week niet weet uit te leggen waar dat grote geld gebleven is. “Dat is al uitgegeven.” Gemiste kans.
Warm? Ja. Heet? Mwah.
De temperatuur. Ja, het was warm. Maar niet heet. Fietsen was te doen. Dat heeft de toteur van dit stukkie vanochtend proefondervindelijk zelf ondervonden. Ja, er hadden wat junioren en beloften last van de warmte. En de ogen stonden op de finish wat dieper in de ogen dan normaal. Maar er is niemand (!) oververhit geraakt. En die temperatuur van Dumoulin dan? Die was toch krankzinnig hoog? Nee, zegt een sportcardioloog en thermofysioloog:
Fietsen met deze temperaturen is nou eenmaal zwaarder. Ook mijn hartslag was tijdens het rondje van 123 kilometer door de woestijn een slag of tien hoger dan normaal. Dus ja, een stuk sneller uitgeput raak je zeker. Survival of the fittest. Het lijkt wel topsport.
Locals hadden geen idee
De inwoners van Doha hadden geen idee wat er aan de hand was. Ze maakten zich vooral zorgen of ze hun auto nog wel voor de deur konden parkeren. That’s all. De Qatari waren zeer hartelijk en verwelkomden iedereen met alle egards. Nee, geen wielercultuur. Maar ze strooien in ieder geval geen punaises op het parcours. Iets wat in Nederland voorafgaand aan de Amstel Gold Race altijd wel een of twee keer gebeurt.
In de hotels en op start/finish was alles goed geregeld. Het vervoer, werkplekken, snel internet, techniek voor televisie? Alles tip top in orde. Beter dan op alle andere WK’s waar ik vanaf 2011 geweest ben.
Sagan was de winnaar van een saaie race. Afgezien van de waaiers in de woestijn en de bijna succesvolle poging van Tom Leezer is er geen fluit gebeurd. Maar dat lag niet aan Qatar. Dat lag aan de renners. Een wielerfeest is het vanwege de locatie niet geworden, maar een farce? Absoluut niet.
Volgend jaar Bergen, Noorwegen. Daar schijnt het drie minuten per jaar níét te regenen. Het gezeik kan beginnen.